Verplichte indicatoren | Laatste meting | Verwachting 2019 | Verwachting 2022 | ||
---|---|---|---|---|---|
01 - Apparaatskosten (kosten per inwoner in €) | 2017 | 579 | 645 | 634 | |
Apparaatskosten (ofwel organisatiekosten) zijn de noodzakelijke financiële middelen voor het inzetten van personeel (salarissen), organisatie-, huisvestings-, materieel-, automatiseringskosten en dergelijke voor de uitvoering van de organisatorische taken. Apparaatskosten zijn dus alle personele en materiële kosten die verbonden zijn aan het functioneren van de organisatie, exclusief griffie en bestuur. | |||||
02 - Formatie (fte per 1.000 inwoners) | 2017 | 6,70 | 6,92 | 6,92 | |
Het gaat hier om de toegestane formatie in fte van het ambtelijk apparaat van de organisatie voor het begrotingsjaar op peildatum 1 januari. | |||||
03 - Bezetting (fte per 1.000 inwoners) | 2017 | 5,95 | 6,10 | 6,10 | |
Het gaat hier om het werkelijk aantal fte dat werkzaam is, dus niet om de toegestane formatieve omvang uit het formatieplan. | |||||
04 - Externe inhuur (kosten als % totale loonsom + totale kosten inhuur externen) | 2017 | 8,30 | 3,40 | 2,40 | |
Onder externe inhuur wordt verstaan: het uitvoeren van werkzaamheden in opdracht van een bij de organisatie in dienst zijnde opdrachtgever, door een private organisatie met winstoogmerk, door middel van het tegen betaling inzetten van personele capaciteit en deskundigheid, zonder dat daar een arbeidsovereenkomst of aanstelling tussen organisatie en de daarbij ingezette personen aan ten grondslag ligt. De laatste meting betreft het geraamde percentage over 2017. | |||||
05 - Overhead (% totale lasten) | 2017 | 8,50 | 10,60 | 10,60 | |
Overheadkosten: alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. |